Lovanium
Een fotorealistische 3D-reconstructie van Leuven in de vroege 17de eeuw, gebaseerd op prenten, kaarten en andere historische documenten.
In 1365 liet het stadsbestuur van Leuven, als bekroning van de bouw van de tweede stadsomwalling, het sluizencomplex de "Grote Spui" bouwen, op de plaats waar de Dijle de stad binnenkomt. De grote sluis overbrugde de Dijle met vier arcades. Het was een kunstwerk dat voor de tijd een geweldige prestatie betekende.
In de tweehonderd jaar die volgden op de bouw had de waterpoort, naast de zorg voor de waterhuishouding, vooral een defensief karakter als onderdeel van de versterking.
De stadsomwalling had tussen de huidige Kapucijnenvoer en Naamsepoort echter geen muur zoals rondom de rest van de stad, maar bestond uit een bijna 8m hoge aarden wal, met daarvoor een brede gracht die gevuld was met water van de Dijle.
Halverwege de 16de eeuw moet het complex schade geleden hebben, want de linkertoren heeft sinds de prenten van die tijd geen dak (meer). De dakverdieping werd her- en verbouwd, inclusief bakstenen verfraaiingen aan veldzijde, zoals een statige dakkapel.
De volmolen werd in 1559 opgericht achter de eerste arcade en zou bijna 300 jaar deze functie behouden. De Tolkamer verleende op 12/6/1559 het gewoon octrooi mits "eenen jaerlijcxschen chys van twee Carolusguldens tot twintich stuvers stuck", te betalen op Kerstmis.
In 1837 werd de Volmolen in graanmolen omgevormd, en nadien vergroot (enorm verhoogd) tot heuse fabriek, maar ging op 21 mei 1888 in vlammen op.
Van de constructie die oorspronkelijk bekend stond als de Grote Spui en die uiteindelijk via de vol- en ijzermolens uitgroeide tot een indrukwekkend fabriekscomplex, is vandaag voornamelijk het gedeelte bewaard dat vroeger de waterpoort uitmaakte.
De Grote Spui werd op 23 oktober 2009 beschermd als monument, omwille van zijn historische (overblijfsel tweede stadsomwalling) en industrieel-archeologische (sluizen en watermolens) waarde.
Nu blijft enkel nog de plaatsnaam herinneren aan de pogingen, die door de wethouders van het Oud Regime in het werk gesteld werden om de Leuvense lakennijverheid te doen herleven.
Wij reconstrueerden de Grote Spuye met duizenden digitale stenen.
Jij zou dat ook kunnen doen, maar dan met 1.000 puzzelstukjes.
Zou jij interesse hebben in "merch" van Lovanium? Puzzels, posters, canvassen...
We zijn oprecht benieuwd. Schrijf je suggesties gerust in de commentaren!
Het Tympelhof bestond met zekerheid al in de 16de eeuw en bestond uit meerdere aanpalende gebouwen.
Deze naam verwijst naar het geslacht van den Tymple, gekende Brabantse patriciërs. Eentje van hen werd burgemeester in Leuven.
De woning met hoeve was gesitueerd in de huidige Vanden Tymplestraat. Deze straat was vroeger niet meer dan een eenvoudige toegangsweg tussen de Diestsestraat en de woning, en uiteraard de omliggende velden, want dat was het enige dat men er aantrof. Deze ruimere streek heette Bloemendaal: een laag gelegen uitgestrekte groene omgeving, waar twee beekjes (vandaag de Vunt) door kabbelden. De enige bebouwing in de ruime omgeving waren de huizen in de Diestsestraat (150m), de Diestsepoort (220m), de ringmuur (120m), en de priorij van Sint-Maarten (280m), nu Sint-Maartensdal.
Aan de voorkant van de woning was een groot plein, dat men kon bereiken via twee poorten: eerst een poort in de Diestsestraat, en nadien nog een poort van het gebouw zelf.
De achterkant van de woning had twee (quasi-)identieke vleugels met lobgevel, met daartussen een vrij hoge uitkijktoren. Aan de buitenkant van het gebouw trof men drie houten latrines aan, oftewel WC's, die uiteraard enkel toegankelijk waren langs de binnenkant van de woning.
Tijdens de Franse bezetting werd de woning in beslag genomen en openbaar verkocht, om nadien meermaals opgedeeld te worden in kleinere woningen.
Maar zoals vele gebouwen in Leuven, werd het nauwelijks onderhouden, en de vele slordige verbouwingen hadden het originele zicht zwaar aangetast. De woning was al in twee opgedeeld. De voorgevel werd verminkt met nieuwe ramen en er werd pal in het midden van de woning een brede rechthoekige doorgang tot de achterkant geslagen. De uitkijktoren was ook al afgebroken.
Tegen 1970 werd laagst gelegen helft haastig afgebroken om plaats te maken voor een grauw appartementsgebouw. De ander helft volgde snel, alsook de aanpalende verbouwde arbeiderswoningen, die voorheen samen nog een schuur vormden. De ooit smalle toegangsweg werd rechtgetrokken en verbreed tot volwaardige straat.
Vandaag staan op deze plek drie "blokken" met elk vijf verdiepingen.
Enkele tientallen meters hogerop (meer naar de Diestsestraat) is men aan een nieuwbouwproject bezig: Tymple Greens.
Het klooster van de Geschoeide Karmelieten of Onze-Liever-Vrouw-broeders
Het jaar 1315 wordt gekenmerkt door het begin van de Grote Hongersnood. Door overvloedige regens mislukten de oogsten en ontstond er voedschelschaarste, waardoor de voedselprijzen de pan uit swingden. De pest brak op meerdere plaatsen uit, waardoor er door een tekort aan begraafplaatsen middenin de velden nieuwe geïmproviseerde massagraven aangelegd werden, met 60 tot 80 lijken per graf.
Tussen de Diestse- en Tiensestraat kwam zo een nieuwe begraafplaats, aan het uitgestrekte veld genaamd Domledigheid, waar een lange en vrij rechte weg door liep met dezelfde naam. Op de hoek van deze weg en de Ravenstraat was een kleine vijver die de naam Keypoel droeg, met daarbij een kluizenarij van één van de broeders van de Abdij van Vlierbeek.
In 1316 werd ter ere van de Heilige Catharina of Sint-Katelijne (maagd en martelares) een bijzonder grote kapel opgericht - zo groot als een gewone kerk - door meester wagenmaker Gautier vander Eycken, eveneens op deze hoek maar dan aan de overkant van de Keypoel. Enkele jaren daarna werd er een gildenhuis voor de kruisbooschutters van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Koorts gebouwd, die nadien ook diende voor die van Sint-Christoffel. De smalle traptoren van de kapel werd voor ruim 400 jaar gebruikt voor het koningsvogelschieten, tot 15 juni 1751.
In 1615 werd vlak naast deze kapel de eerste steen van het klooster van de Geschoeide Karmelieten of Onze-Lieve-Vrouw-broeders gelegd. In 1617 verlieten de broeders hun klooster in de Brusselsestraat en trokken ze naar hun nieuwe pand. Het ommuurde domein strekte zich bijna integraal uit tussen de huidige Ravenstraat (ooit gekend als Rauwe Straat, Sinte-Katelynen-Keiberg, en Lieve-Vrouw-Broedersstraat), Maria-Theresiastraat (pas rond 1850 aangelegd) en Justus-Lipsiusstraat (ooit gekend als Domledigheid).
Historicus Jean-Nicolas de Parival vond dit klooster een van de mooiste van Leuven omwille van zijn proporties en precisie, de mooie kamers en galerijen, een bibliotheek vol fraaie en zeldzame boeken. De tuin lag middenin de velden, zonder andere gebouwen of heuvels rond, met brede paden, hoge hagen en druivelaars. In de hoek bevond zich een kapelletje waar op de bovenverdieping enkele bedden stonden waar de broeders terecht konden in geval van besmettelijkheid (lees: quarantaine).
Het klooster werd als één van de eerste in Leuven opgeheven door de Republiek. De broeders werden met wapens verjaagd op 5 nov 1796, rond 11u. Heftige taferelen, waarbij 17 broeders huilend op hun knieën vielen voor hun prior Georges Levie die hen voor de laatste keer zegende. Ze moesten bij gewone burgers aankloppen en smeken voor onderdak.
De inboedel werd verkocht op 15 maart 1797 en de gebouwen op 21 april 1798, waarna ze meteen werden gesloopt. De kapel van Sint-Catharina werd in 1800 gesloopt.
In 1875 bouwden de Dominicanen op deze zelfde hoek een klooster, maar ook dat werd afgebroken in 1971, om vervangen te worden door het voornamelijk betonnen residentieel complex "Binnenhof". De inrit van de ondergrondse parking van het MCH heeft - ondanks het kaarsrechte schaakbordpatroon van dit stadsdeel - alsnog een opvallend schuine perceelgrens en dus schuine muur aan de linkerkant. Dit is exáct waar de westelijke tuinmuur van het klooster liep.
Bron: De Leuvense Prentenatlas
Op de heuvel vlak buiten de stadswal aan de Brusselsepoort stond de Heilige Grafkapel, waar Christus lag opgebaard. Deze was gekend als de 7de statie (Derde Val).
Een 100 meter verder stond de Heilige Kruiskapel of calvariekapel. Deze lag op ongeveer 950 meter van de 1ste statie (het Pilatushuisje), op de hoek van de Brusselsestraat en Kruisstraat.
Deze staties maakten deel uit van de Kruisweg of Via Dolorosa. Er liep een holleweg van de Brusselsepoort tot aan de calvariekapel, waar die vervolgens in twee splitste richting Vilvoorde en Kortenberg.
Vandaag vinden we op de plek van deze twee kapellen een watertoren en de parking van KBC, kort aan de velden van Tennisclub Lovanium.
Weetje: calvarie(berg) of schedelplaats in de Bijbelse context is Golgot(h)a: gulgólet = schedel.
Ooit trof men hier effectief een galg aan, net zoals aan de Tiensesteenweg. Daarom de plaatselijke naam Galgenberg.
Dit gebouw werd in 1551 opgetrokken, quasi bovenop de kelder van het vorige gebouw. Het behoorde toe aan de abdij van Sint-Geertrui. De straat langs de zuidkant van het domein heet vandaag de Wijnpersstraat.
De toren geraakte in verval en werd niet meer heropgebouwd. In de plaats daarvan kwam eerst een afgeknot dak(je), en nadien kwam er alsnog een kleine spits op, weliswaar veel lager dan de oorspronkelijke. De tekeningen suggereren dat de torenspits best hoog reikte. Het valt nog te betwisten of er een peerspits of uitkijkpost bovenop stond. Wij maakten er alvast een uitkijkpost van, vergelijkbaar met degene op de Verloren Kosttoren.
Vooraan het perceel trof men een concièrge-woning aan die enkele eeuwen later werd vervangen door een nieuwe, aanpalend aan de Wijnpersstraat.
Photos from Lovanium's post
De Tempel van Diana was gelegen aan de oostelijke voet van de Keizersberg, op de plek waar vandaag het laatste huizenblok grenzend aan de Wolvengang zich bevindt.
De oorsprong van dit gebouw is onbekend. Historici durven zelfs terug te gaan tot de periode van het Romeinse Rijk. Wat we wel weten is dat het ging om een eenbeukige romaanse kapel, genoemd naar de godin van de jacht gekregen, omdat ze een heidense oorsprong zou hebben. De kapel verloor haar functie en werd omgebouwd tot woonhuis.
Vlak na de aanleg van de vaart wordt in 1769 wordt de woning afgebroken om er vier pakhuizen te bouwen. De bouwheer is chirurgijn Andreas Godts. De eerste drie huizen krijgen de naam "Duynkerck", "Ostende" en "Jacqmaer".
We heten jou van harte welkom op onze Facebookpagina!
Volg ons als je fan bent van de Leuvense geschiedenis, want we nemen jou de komende maanden beetje bij beetje terug naar het jaar 1600.
Veel plezier!
Klik hier om uitgelicht te worden.
Type
Website
Adres
Leuven
3000
Abdij Van Park 7
Leuven, 3001
Vrijwilligersvereniging (°1929) "Vrienden van de Abdij van 't Park" Parkabdij (°1129) is een van d
Heidebergstraat
Leuven, 3010
Welkom op onze pagina ! Wij zijn de buurtbewoners van de Boven-Lo en ijveren voor een leefbare buurt. We verzetten ons als buurt tegen de komst van een groot ontmoetingscentrum/fee...
De Becker Remy Plein
Leuven, 3010
Een mooi plein in Leuven, waar van alles geb***t op het gebied van winkels, gastronomie, café's.
Koning Albertlaan
Leuven, 3010
Dit is de informatieve pagina over de Koning Albertlaan in Kessel-Lo, beheerd door de bewoners. 😊🌸
Brabantlaan
Leuven, 3000
De 75ste editie van de jaarbeurs in Leuven, opent haar deuren op zaterdag 27 augustus tot en met zondag 4 september.