Jouw.Logopedist
Online cursussen ontwikkeld door logopedisten, vakkundig en laagdrempelig!
🍂Het is volop herfst buiten!🍂
Op de kinderopvang, school of bij de gastouder zal het thema 'herfst' vast al langs zijn geweest. De bladeren vallen van de bomen, de dikke jassen komen tevoorschijn en het wordt vroeg donker. Naast dat er dus hele zichtbare aspecten aan de herfst zijn, is er nog veel meer te ontdekken!
👉 Het weer slaat om: naast zonnige dagen met een strak blauwe lucht, zien we ook meer regen. Maar regen is niet altijd hetzelfde:
- miezer regen
- stort regen
- storm
En naast dat het echt 'regent' kan er ook veel vocht in de lucht hangen: mist!
Tijdens de fietstocht naar school of de wandeling naar de supermarkt is het een leuk onderwerp samen over te kletsen. Zo lijkt het ritje door het herfstweer ook nog eens sneller te gaan!
👉 Knutselen met de herfst! Je hoeft niet eens meer echt naar het bos om mooie bladeren, beukennootjes en kastanjes te vinden. Neem een zakje mee naar buiten en verzamel wat je kan vinden over de herfst. De paddenstoelen laten we staan natuurlijk!🍄
Knutsel poppetjes van kastanjes of schilder de bladeren na.
De bladeren hebben verschillende vormen, kleuren en zijn van verschillende bomen. Bladeren hebben een steeltje, nerven en misschien heeft er wel een diertje van gegeten!
🍁En na het knutselen en vertellen heb je zo een eigen thematafel in huis! 🍁
✍️Vraagzinnen: een belangrijke ontwikkeling in de syntaxis, zinsbouw, om je wens of behoefte aan te geven. Het begrijpen van vraagzinnen ontwikkelt zich al voor de leeftijd van 2 jaar. Rond 2;6 jaar zullen kinderen ook de zelf vraagzinnen inzetten om hun wens duidelijk te maken.
✍️Een belangrijke ontwikkeling in vraagzinnen, is de woordvolgorde.
Kinderen stellen vragen door intonatie:
> 'Bal?' - waarbij de toon omhoog gaat en met een vragende blik naar de bal wordt gekeken.
> 'Bal daar?' of 'ikke bal?'- een stapje dichterbij een vraagzin
> 'waar is bal?' - het vraagwoord wordt vooraan geplaatst en het werkwoord wordt ingezet.
✍️Rond 3 jaar kan een kind vragen met wie, wat en waar formuleren. De ontwikkeling met vraagzinnen loopt dan nog wel door: van wie, voor wie, hoeveelheden en wanneer. Genoeg om nog uit te vragen!
Het vraagwoord 'waarom' is vast een bekende voor veel van jullie.
'Waarom dan?' > Kinderen gaan vraagwoorden gebruiken om kennis op te doen over gebeurtenissen om hen heen.
Leuk om bij aan te sluiten en de taalontwikkeling te stimuleren!
✍️Vanaf 1;8 jaar(1 jaar en 8 maanden) begrijpt een kind eenvoudige vraagzinnen. Dit is dus al eerder dan dat zij deze kunnen vertellen!
Onder eenvoudige vraagzinnen vallen: wie of wat-vragen.
Hierna gaat een kind de productie zelf ontdekken. Rond de 2;6 gebruiken kinderen voornamelijk intonatie om een vraagzin duidelijk te maken, maar langzaam aan veranderd ook de woordvolgorde en de juiste plaatsing van het werkwoord:
> 'jij wil mee?' wordt 'wil je mee?'
> 'waa auto?' wordt 'waar is auto?'
👆Hoe sluit je hierbij aan?
> Lok 'waar' vragen uit door verstopspelletjes. Kies een voorwerp en introduceer deze. Verstop deze hierna onder een kleed of in de kamer. Afhankelijk van de leeftijd doe je dit in het zicht van het kind; bedenk of het kind al doorheeft of een voorwerp 'weg is' en 'terugkomt'.
Geef dezelfde uiting tijdens het spel: 'waar is ...(de koe)?'
Ondersteun zo nodig met een gebaar en maak gebruik van mimiek en intonatie.
Je gebruikt zo een vraagzin in een activiteit. Naast dat kinderen kennismaken met een vraagzin, ondersteun je ook bijkomende talige doelen!
> tijdens voorlezen kan gebruik worden gemaakt van verdiepingsvragen. Door deze vragen te stellen, creëer je bekendheid.
Stel hierbij wie-wat- en -waar vragen.
> wie zit er achter de boom?
> wat eet de koe?
> waar vliegt de ballon?
✍️ Benieuwd naar meer voorbeelden voor in de praktijk?
In onze vernieuwde cursus voor professionals nemen we je mee in de verdieping op deze vraag!
De communicatieve voorwaarden ontwikkelen zich vanaf de eerste maanden al.
Van oogcontact tot imitatie.
Bij een baby is imitatie nog niet zichtbaar in het nazeggen van woorden en zinnen.
Wel doen zij mondbewegingen na of bijvoorbeeld emoties. Je baby leert in een vroeg stadium al te reageren op een ander. Hierbij kan een baby ook meer gericht emoties uiten. Dit is ook een belangrijke basis voor de sociale ontwikkeling.
Imiteren zien we later veel terug in de ontwikkeling van kinderen. Het nadoen van geluiden, het nazeggen van woorden, maar ook het naspelen van gebeurtenissen.
Dat is niet zo gek, want door het nadoen leert een kind taal en maakt hij dit eigen.
Interesse in meer informatie? Deze en andere weetjes behandelen wij in onze cursus 'Van Stille Muis naar Kletskous'. Op www.jouwlogopedist.com onder het kopje 'aanbod' vind je onze cursus waarin we je meenemen in de taalontwikkeling en taalstimulatie van jouw kind.
🟧Taalstimuleren tijdens het speelmoment!🟪
In het vertellen van elke dag gebruiken we in bijna elke zin een 'voorzetsel'. Een belangrijke bouwsteen van onze zinsbouw.
Maar wat is dat, een voorzetsel?
Voorzetsels zijn woorden waarmee een plaats, tijd of relatie wordt aangegeven.
Een voorzetsel staat altijd in een woordgroep en zegt iets over bijvoorbeeld de plek van een voorwerp:
- het boek ligt OP de kast.
- de vis zwemt IN het water.
In spel kan je de voorzetsels toepassen om zo de betekenis duidelijk te maken, maar ook de productie te stimuleren. We nemen je mee in 2 activiteiten waarmee je de voorzetsels laagdrempelig stimuleert.
🟧 neem een knuffelbeer en verstop deze in de kamer. De kinderen mogen hun ogen gesloten houden en hierna de beer zoeken. Vraag uit: waar ligt de beer?
Benoem samen de plek en leg de nadruk op het voorzetsel.
> de beer ligt ONDER de bank.
Vertelt jouw kindje een wisseling?
'De beer ligt op de bank!'
Pak dan de beer op en leg de beer op de bank. Vertel de zin van het kindje na:
'nu ligt de beer op de bank.'
Leg de beer opnieuw onder de bank.
'nu ligt de beer onder de bank.'
Je past zo indirecte feedback toe en kan hierna het verwisselde voorzetsel nogmaals herhalen in een nieuwe verstopplek.
🟧 bouw een toren met blokken.
Benoem bij het bouwen het voorzetsel 'op'; je legt de blokken op elkaar.
Wordt het een muur?
'de blok staat NAAST deze.'
Ook meer complexe voorzetsels kan je hiermee oefenen:
Welke kleur staat in het midden?
Welke kleur staat vooraan?
Welke kleur staat onderaan de toren?
Veel speelplezier!
✍️Semantiek; de betekenisleer. Het geven van betekenis aan woorden en de woordenschat. Daarin maken we onderscheid tussen de passieve woordenschat; het begrijpen en herkennen van woorden.
En de actieve woordenschat; het vertellen en actief gebruiken van de woorden die je kent.
✍️Tussen de 2;6 en 3;6 groeit de passieve en actieve woordenschat enorm. Dit kan komen door het vergroten van de leefwereld en het aanbod in boeken, speelgoed en contact met leeftijdsgenoten.
Kinderen rond de 5-6 jaar begrijpen tussen de 6000-8000 woorden! De groei zet dus door in deze talige periode.
✍️In de leeftijd van het schoolkind varieert de woordenschat groot. Hierbij spelen opvoeding, interesse en leerbaarheid een rol. Ontwikkeling van de woordenschat stopt nooit; ook in de volwassenleeftijd leer je nog nieuwe woorden bij!
Wat zijn manieren om aan te sluiten bij de woordenschatontwikkeling die jij toepast? Wij zijn benieuwd!
Deel het in de reacties!
✍️Praten en vertellen start bij de woordenschat. Een kind beschikt over het begrip van woorden en kan, naar ontwikkelingsniveau, deze woorden ook vertellen en in zinnen gebruiken.
Kinderen wijzen of stellen 'waarom'/'wat' vragen om hun woordenschat te vergroten; ze willen kennis opdoen.
👆Hoe sluit je hierbij aan?
> geef indirecte feedback ter verbetering, wanneer kinderen een nieuw woord proberen te gebruiken. Vertellen ze over de kleine draak tussen de stenen, maar bedoelen ze een hagedis? Gebruik het nieuwe dier terug naar het kind, zodat hij dit als voorbeeld kan gebruiken.
'Dat is een hagedis, jullie hebben een hagedis gezien!'
> tijdens voorlezen komen veel nieuwe woorden passief en actief terug. De nieuwe woorden worden gebruikt in een verhaal, passen bij een plaat en komen zo tot leven. Hierdoor wordt het begrijpen en herkennen herhaald. Door een activiteit aan te laten sluiten bij het verhaal dat is voorgelezen, daag je kinderen uit deze nieuwe woorden ook 'actief' toe te passen.
✍️ Benieuwd naar meer voorbeelden voor in de praktijk?
In onze vernieuwde cursus voor professionals nemen we je mee in de verdieping op deze vraag!
💬De gevolgen van een taalachterstand kunnen groot zijn.
In het dagelijks leven wordt het meest van onze kennis en informatie overgedragen middels gesproken en geschreven taal.
Taal heb je elke dag, de hele dag nodig.
Zo zie je dat baby's al vroeg interesse tonen in het maken van contact. Oogcontact, grijpen, kreetjes imiteren. Communicatie is dan ook een levensbehoefte.
👉De gevolgen van een taalachterstand bij kinderen zijn op verschillende manieren zichtbaar.
Het kan zorgen voor gedragsproblemen; een kind kan driftig worden wanneer hij zich niet begrepen voelt. Een kind kan hierdoor meer fysiek gaan reageren om toch tot uiting te komen.
Kinderen kunnen stiller worden, of spreken in brabbels of hun 'eigen taal' zonder duidelijk verstaanbaar te zijn.
👉Daarnaast kunnen op de opvang of school moeilijkheden worden ervaren. We zien hierbij vaak dat kinderen met een taalachterstand moeite ervaren met begrijpend lezen en rekenen.
Ook de sociale ontwikkeling op school is een belangrijk aspect; Kinderen leren veel van elkaar.
🔺Hierom is het belangrijk een taalachterstand tijdig te signaleren.
Heb je twijfels of vragen over de taalontwikkeling van jouw kind?
Raadpleeg een logopedist bij jou in de buurt!
Kijk op www.jouwlogopedist.com voor tips of meer informatie hoe jij thuis de taalontwikkeling van stimuleren.
🦖Breng de dino's uit de kast tot leven!🦖
Het vrijspelen-moment is eigenlijk een heel leerzaam moment om aan te sluiten bij je kind. Neem de tijd om te bekijken hoe je kind speelt en wat hij vertelt. Je zal geluiden horen, woorden passend bij het spel of herinneringen die worden nagespeeld.
Daarnaast is het maar al te leuk om mee te spelen!
👉 Sluit aan bij het speelmoment. Volg waar je kind mee bezig is. Stampt hij met de dino's over het kleed? Geef hier geluid of woorden aan!
'boem boem!'
'De dino stampt door het bos.'
Springt de dino op de bank?
Volg de handeling en geef hier opnieuw geluid of woorden aan:
'whieeee'
'De dino springt op de bank'
👉Wat vertelt jouw kind zelf tijdens het spel? Doet hij jouw geluiden na, of maakt hij andere geluiden?
Herhaal wat jouw kind vertelt en voeg hier taal aan toe.
'De dino is oppe bank espringt!'
> 'De dino is op de bank gesprongen!'
Je geeft op deze wijze indirecte feedback én je stimuleert de zinsbouw.
Daarnaast bouwt samen spelen aan interactieve vaardigheden, zoals beurtgedrag.
Een leerzaam speelmoment dus!
👉Naast dat de dino's stampen, eten, springen en slapen doen natuurlijk ook andere dieren dit. Wat is het favoriete speelgoeddier van jouw kind?
✍️Het komt vast wel eens voor: je hebt een kindje op de groep die zo graag wil vertellen, maar die je moeilijk kan verstaan. In onze vorige post zie je achtergrondinformatie over de verstaanbaarheid, maar...
👆Hoe sluit je hierbij aan?
> Bekrachtig de poging tot communicatie. Geef terug wat je hebt begrepen en vraag hierop door.
'ik hoor dat je vertelt over het bos, wat hadden jullie gezien?'
>Kinderen hebben vaak snel door wanneer je doet alsof. Versta je het echt niet? Geef dit aan!
'ik begrijp niet helemaal wat je zegt, kan je het aanwijzen?'
Je geeft een vervanging om de wens duidelijk te maken.
>Merk je dat een kind een vaste letter moeilijk vindt? Of weet je dat het kind naar logopedie gaat voor de verstaanbaarheid? Vraag waar de doelen liggen! Mogelijk kan aangesloten worden met een activiteit.
✍️ Benieuwd naar meer voorbeelden voor in de praktijk?
In onze vernieuwde cursus voor professionals die werken met kinderen, sluiten we aan bij taal-spraakstimulatie in het werkveld.
Binnenkort delen we hier meer over!
✍️Wanneer kinderen beginnen met praten, is nog niet alles wat zij zeggen verstaanbaar. Kinderen uiten zich in brabbels, laten klanken weg of draaien woorddelen om. Dit is passend bij de normale ontwikkeling!
✍️Gemiddeld rond 3 jaar hebben kinderen alle klinkers van de moedertaal verworven. De medeklinkers zijn dan nog in ontwikkeling en worden nog wel eens vereenvoudigd.
✍️Klanken worden vereenvoudigd wanneer een kind deze nog niet uit kan spreken.
Bijvoorbeeld:
> spin = pin
> rups = jups
> konijn = tonijn
Klanken worden dan weggelaten of vervangen. Dit noemen we fonologische processen. Rond de 4 jaar neemt het toepassen van een fonologisch proces af en verfijnt de spraakverstaanbaarheid.
Wat zijn vervangingen in woorden waar jij wel eens mee moet puzzelen?
Deel het in de reacties!
Tussen 2 en 3 jaar gaat een kind grote stappen maken in de spraak- taalontwikkeling.
Een kind van deze leeftijd begrijpt rond de 1250 woorden. Een kind kan ook al langere zinnen begrijpen, zoals: Pak de bal uit de doos.
Kinderen jonger dan 2 jaar praten nog in het hier-en-nu. Tussen de 2 en 3 jaar leert je kind ook om buiten het hier-en-nu te spreken, doordat begrippen zoals ‘morgen’, ‘gister’ en ‘straks' gaat begrijpen en gebruiken. Dit gaat nog niet gelijk goed. Wanneer hij aangeeft dat iets gisteren gebeurd is kan dit best vorige week geweest zijn of een paar dagen geleden. Dit geeft niks en is heel normaal!
Rond het derde jaar begrijpt een kind tegenstellingen zoals; schoon-vies, groot-klein. Ook begrijpt hij verschillende voorzetsels zoals onder, boven, naast.
Rond 2 jaar spreekt een kind in tweewoordzinnen. De zinnen worden echter al snel langer. Hij spreekt al snel in zinnen van drie tot vijf woorden. Ook worden de zinnen steeds vaker grammaticaal correct. Let op fouten maken mag! Een kind leert door te doen.
Ook oefent hij met verleden tijd. Vaak gaat dit nog met alleen ‘de’ erachter. ‘Ik vraagde.’ Dit is heel normaal en mag op deze leeftijd.
Een kind leert persoonlijke voornaamwoorden te gebruiken. De persoonlijke voornaamwoorden zijn woorden die een persoon aanduiden, zoals; ik, jij, hij.
Benieuwd naar meer informatie over de taalontwikkeling van jouw kind en hoe je deze kan stimuleren?
Neem een kijkje op www.jouwlogopedist.com onder het kopje 'aanbod'. In onze cursus 'van stille muis naar kletskous' nemen we je mee in deze ontwikkeling!
✍️Er zijn bepaalde vaardigheden die een kind moet beheersen om zich te ontwikkelen. Zo ook in de taalontwikkeling. Deze vaardigheden komen in de literatuur en het werkveld terug als: communicatieve voorwaarden.
Hieronder verstaan we:
🟠 oogcontact
🟠 beurtgedrag
🟠 imitatie
🟠 gedeelde aandacht
🟠 luisterhouding
Deze vaardigheden ontwikkelen zich al vanaf de babyperiode.
Het maken van oogcontact met ouder, het nadoen van geluiden. Deze vaardigheden zijn nodig om een voorbeeld te ervaren, op te nemen en na te kunnen doen.
👉 Kennen jullie dat handige trucje waarmee kinderen hun jas aantrekken?
Ze leggen hun jas ondersteboven op de grond, steken hun armen in de mouwen en trekken de jas zo over hun hoofd heen aan.
Kinderen zien dit van elkaar, ervaren hoe het werkt en doen dit na.
Ken jij een leuk voorbeeld waarin kinderen leren door imitatie op jouw werkplek? Deel het in de reacties!
✍️De vroege communicatie start bij de communicatieve voorwaarden. Dit zijn voorwaarden die de basis vormen voor communicatie.
Dit zijn:
- oogcontact
- beurtgedrag
- imitatie
- aandacht
- luisterhouding
👆Maar hoe sluit je hierbij aan?
> Lok oogcontact/aandacht uit wanneer je wil communiceren, door bijvoorbeeld de naam van het kindje te noemen. Maak hierbij ook op een andere manier contact, bijvoorbeeld een gebaar of aanraking, om zo te koppelen dat de aandacht wordt gevraagd.
Houd een voorwerp op gezichtshoogte wanneer de aandacht hier op gevestigd is.
> Motiveer imitatie door het nadoen van handelingen of geluiden. Dit start al vroeg door bijvoorbeeld het blazen van bellen met je lippen, of het slaan op de tafel. Dit geeft weer dat een kind registreert wat je doet en de intentie heeft dit over te nemen. Door na te doen leert een kind zelf toe te passen.
Herken je bijvoorbeeld dat kinderen bepaalde momenten naspelen?
Zo brengen ze een blok naar hun oor alsof het een telefoon is, of geven ze de pop de fles; net zoals ze gezien hebben bij hun ouders- en verzorgers.
✍️ Benieuwd naar meer voorbeelden voor in de praktijk?
Laat het ons weten!
☔De herfst is al even bezig. En dit is te zien buiten!☔
Na een fijne zomer zijn we geneigd binnen te blijven bij de eerste kou en regen van de herfst. Maar voor kinderen en hun talige ontwikkeling, is het herfstseizoen op 1 hand te tellen!
Ga op avontuur en trek eropuit!
👉Ga samen naar het bos of het park. Omring jezelf met bomen en bespreek wat je ziet.
De kleuren van de bladeren veranderen. Zoek verschillende kleuren bladeren: groen, tot geel, tot bruin, tot rood.
Vertel wat je hebt gevonden:
'kijk, bladeren!'
'kijk, een geel blad.'
'ik pak een rood blad.'
'de bruine bladeren vallen - op de grond.'
👉Op onze website vind je de 'herfstbundel'. Deze zitten boordevol activiteiten en ideeën om de taalontwikkeling te stimuleren om het herfst-thema heen.
Neem eens een kijkje!
👉Vertel over de kledingstukken die we aan doen in de herfst.
Een lange broek, een trui, sokken.
Waarom doen we dat eigenlijk?
Wat zou er gebeuren als ik mijn laarzen niet aan doe?
Waarmee kunnen we ons beschermen tegen de regen?
Lok hierbij het nadenken over taal uit door het stellen van open vragen. Merk je dat de vraag breed is?
- omschrijf het voorwerp dat je zoekt:
'wij hebben hem in het rood en hij hangt aan de kapstok. De paraplu!'
- geef ruimte en nadenktijd om te koppelen. Doormiddel van doorvragen maak je gebruik van bijvoorbeeld oorzaak-gevolg:
'Als ik op mijn sokken in een plas stap, wat gebeurt er dan? Gebeurt dat ook als ik mijn laarzen aan trek?'
- Geef een keuze om jouw kind te ondersteunen:
'Zou het een paraplu of een parasol zijn?
Een parasol is voor de zon, een paraplu is voor...'
☔Veel plezier met ontdekken!
🗣️Vandaag, 18 oktober, is het Wereld TOS Dag!
💬De dag waarop we aandacht vragen voor TOS - een Taalontwikkelingsstoornis!
Het thema van dit jaar is 'TOS POWER'.
Stilstaan bij de mogelijkheden, in plaats van beperkingen, en stilstaan bij de ondersteuning die wordt geboden.
Dit jaar wordt dan ook 'gevierd' door met de petitie 'focus op TOS' naar de tweede kamer te gaan. Hierbij wordt aandacht gevraagd voor betere ondersteuning vanuit de politiek aan de honderdduizend Nederlanders met TOS.
👉Wat is TOS?
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. De hersenen kunnen taal minder goed verwerken. Kinderen kunnen moeilijkheden ervaren met spraak (klankontwikkeling of spraakmotoriek), met het begrijpen van taal, met het produceren van taal, of met een combinatie van deze.
Bij ongeveer 5% van de kinderen wordt gesproken van een vermoeden van TOS, kinderen zijn nog in ontwikkeling en het talig vermogen is tot 7 jaar erg sterk.
Ongeveer 1 op de 20 kinderen heeft een TOS, dit komt dus meer voor dan autisme en dyslexie.
De gevolgen van een taalontwikkelingsstoornis zijn bij elk kind anders. Er wordt gesproken van een uitsluitingsdiagnose, waarbij er geen duidelijke oorzaak voor de stoornis is.
Een TOS komt heel verschillend tot uiting:
Het ene kind praat weinig of in losse woorden, een ander kind praat heel veel maar bijna onverstaanbaar. Ook kan een kind juist moeilijkheden ondervinden in het onthouden en begrijpen van opdrachten.
Het herkennen van een TOS is belangrijk, het kan namelijk zorgen dat een kind zich minder begrepen voelt. Maar juist omdat het onzichtbaar is, is het moeilijker te herkennen.
Des te belangrijker is het dus om hulp te vragen bij een vermoeden van TOS of zorgen om de taalontwikkeling van jouw kind. Een vroege aanpak is van belang. Neem contact op met een logopedist in jouw omgeving wanneer je vragen hebt over de taalontwikkeling van jouw kind.
✍️Kinderen tussen de 2-4 jaar bouwen aan het verlengen en complexer maken van de zinsbouw.
De zinslengte neemt toe en de complexiteit wordt groter.
👆Maar hoe sluit je hierbij aan?
> Onderzoek wat passend is op de leeftijd van een kind.
Bedenk welke zinslengte en vervoeging van werkwoorden passend is bij deze leeftijd.
Wij kaarten dit uitgebreid aan in onze nieuwe cursus voor professionals. Hierbij werken we ook met een schema gericht op mijlpalen per leeftijd.
Binnenkort delen we hier meer over!
> Sluit aan in spel of activiteit. Kies hierbij een activiteit die aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. Bijvoorbeeld de boerderij dieren.
Herhaal spelenderwijs zinnen passend bij het ontwikkelingsniveau:
🟠 Tweewoorduiting/zin:
'Die daar', 'paard eten' , 'Koe slapen'
🟠Driewoordzin:
'Die moet daar', 'Koe ook eten', 'Die kan niet', 'Waar is paard?' 'mag ik het paard?'
🟠Vier- en meerwoordzin:
' ik pak het grote paard', 'het kleine schaap moet daar (in de wei).
✍️Syntaxis: de zinsontwikkeling - de opbouw en structuur van zinnen.
Een ontwikkeling die vaak snel gaat. Vanuit losse woorden bouwt een kind is fases naar langere zinnen om zijn gedachten onder woorden te brengen.
🟠 Rond 2 jaar spreken kinderen in tweewoordzinnen.
🟠Rond 3 jaar spreken kinderen in zinnen van drie en een half woord.
🟠Rond 4 jaar spreken kinderen in vierwoordzinnen.
🟠Hierna varieert de zinslengte per kind groot.
✍️Naast de toenemende zinslengte, wordt ook de complexiteit groter.
🟠Rond 3,5 jaar gaan kinderen werkwoorden vervoegen en passen dit toe in ongeveer de helft van hun zinnen.
Kinderen gaan meer informatie geven in een zin.
Zo vertellen ze waarmee zij gespeeld hebben, in plaats van de korte uiting: 'ik spelen' - kun je nu uitingen horen als:
'ik speel met de bal'
👉 Het maken van zinnen gaat niet altijd meteen goed. Woordwisseling en fouten horen erbij. Geef feedback door een zin correct terug te geven.
Sommige uitingen zijn ook wel heel grappig te horen. Welke struikelzinnen horen jullie wel eens terug komen?
Deel het in de reacties!
Klik hier om uitgelicht te worden.